Ford Escort
In Groot-Brittannië werd de Escort geïntroduceerd als de opvolger van de Anglia. Het was een vrij conventionele auto voor die tijd, met een motor voorin die de achterwielen aandreef. Aanvankelijk werd de auto alleen verkocht als 2-deurs sedan, later kwam een stationwagen met drie deuren en een bestelwagen erbij. In 1969 werd een vierdeurs-versie voorgesteld. In die tijd waren er nog niet veel dieselmotoren in kleine gezinsauto's, en aanvankelijk was de Escort dan ook alleen maar in een 1,1 en een 1,3 liter versie verkrijgbaar. De Escort was een goede verkoper, zeker in Groot-Brittannië.
Later verscheen een 1300 GT (Ook wel: Sport), die een snellere versie had van de 1.3 liter motor en een 2-venturi carburateur. Een speciaal model enkel voor races en rally's was de Escort Twin Cam met een Lotus 1.6 liter motor met dubbele bovenliggende nokkenas. Deze auto zorgde voor veel succes in rally's en wordt gezien als de meest succesvolle rally-auto aller tijden.
Een speciale RS 1600 en later zelfs RS 2000-versie met een 100pk 2 liter motor werd geïntroduceerd en zorgde voor een flink aantal race- en rallyoverwinningen.
Bron: Wikipedia
De tweede generatie werd in samenwerking met de Keulse Ford-afdeling ontwikkeld. Mechanisch waren de auto's identiek, maar de Mk. II had een modernere carrosserie gekregen. De Escort bleef een populaire auto die veel werd verkocht. Uiterlijk gezien werd de auto in de loop der jaren licht gewijzigd. Zo hadden de eerste exemplaren ronde koplampen en de losse letters FORD in de grille. Vierkante, halogeen koplampen waren voorbehouden aan de luxere Escort GL en Escort Ghia uitvoeringen. Later (omstreeks 1978) kreeg de Escort vierkante koplampen en een Ford-embleem op de grille. Ook kreeg de Escort nieuw vormgegeven velgen en een stuurwiel met een andere vorm.
Van de Escort Mk. II verschenen enkele bijzondere uitvoeringen, waaronder de RS 1800, RS Mexico en de RS 2000. De sportieve RS2000 had in tegenstelling tot de andere Escort-varianten een aerodynamisch vormgegeven, polyurethaan grille met dubbele, ronde koplampen. De meest luxueuze uitvoering van de Escort was de Ghia.
Bron: Wikipedia
In 1980 presenteerde Ford de Escort Mk. III. De Mk. III (ontwikkeld onder de codenaam Erika) leek helemaal niet op zijn voorganger. De Mk. III had een nieuw ontwikkelde voorwielaandrijving en liet een nieuwe hatchback-stijl aan het publiek zien. De Escort Mk. III werd al gauw een geduchte concurrent van de Opel Kadett en de Volkswagen Golf.
De Mk. III werd in 1981 bekroond met de titel "auto van het jaar". Het model sloeg vrijwel direct aan. Uiterlijk gezien bezat de Mk. III kenmerken die later ook in de Sierra en Scorpio terug te vinden zouden zijn. Ook haalde Mazda zijn inspiratie voor de 323 (1981-1985) bij dit model Escort vandaan.
Ondanks dat de Mk. III populair was, had men ook kritiek. Zo vond men dat de auto oncomfortabel was. In 1983 wist Ford alle problemen op te lossen. De vierbak werd na enkele jaren een vijfversnellingsbak. Om ook mee te kunnen doen met de GTI's introduceerde men de XR3 en later de XR3i. De snelste versie zou de RS Turbo worden. Ook een dieselmotor zou worden opgenomen in het gamma. De prestaties van deze motoren bleef achter op de concurrentie. Naast de sportievere versies waren ook nog de Bravo, L, Laser en de luxe Ghia leverbaar. De Ghia viel op door de overdaad aan chromen sierstrips en zijn apart vormgegeven velgen.
De sedanversie van de Escort werd als Ford Orion in 1983 geïntroduceerd. Men bleef vasthouden aan de naam Orion tot 1993, waarna deze stilletjes verdween. Een cabriolet-versie verscheen toen Karmann het dak afzaagde. De versie bleek vrij succesvol voor een cabriolet.
Bron: Wikipedia
In 1986 verscheen de vernieuwde Escort. Het model werd Mk. IV genoemd. In feite was de Mk. IV niet veel meer dan een geüpdatete Mk. III. Opvallend aan deze auto was dat de motorkap werd verlengd. De grille, koplampen, knipperlichten, achterlichten en bumpers werden opnieuw ontworpen. Ook het interieur werd onder handen genomen. De Mk. IV was tevens leverbaar in tal van nieuwe kleuren.
Van de Mk. IV was wederom een XR3/XR3i-versie leverbaar. Deze versie werd meestal in de kleur rood of wit verkocht. Naast deze versie was er weer een luxe Ghia, een CLX-uitvoering, een CL-uitvoering en zelfs een nog kariger uitgeruste C-uitvoering. Er was keuze uit verschillende benzinemotoren: 1.1 (50 pk), 1.3 (60 pk), 1.4 (73 pk), 1.6 (88 pk). Ook was er een 1.6 diesel (54 pk), die in 1988 het veld ruimde voor een sterkere 1.8 diesel (60 pk). Vanaf 1988 kwamen tevens nieuwe motoren met injectie in plaats van de carburateurmotoren. Actiemodellen waren de Bravo en de Europa.
Bron: Wikipedia
In 1990 werd de ietwat teleurstellende vijfde generatie voorgesteld. De vijfde generatie bestond uit een 3-deurs hatchback, een 5-deurs hatchback, een sedan (Orion), een stationwagon (Clipper) en een cabriolet. De vormgeving was wel eigentijds, alleen ietwat saai. De auto had een versimpelde ophanging en de kwaliteit was minder. De motoren waren overgeheveld van de oude naar de nieuwe Escort, maar bleken verouderd. Vrij snel (1992) kwamen nieuwe Zetec-motoren. De Escort werd toen ook licht gemodificeerd. Zo kreeg de Escort heldere knipperlichtglaasjes. De Orion bezat ze bij de introductie al.
Ford kwam voor het eerst weer met een RS 2000 die het vernieuwde Sierra 2.0 blok met 16 kleppen (150pk)bezat. Tegenover de nieuwe generatie Golf GTI en Astra GSi bleek die auto wel mee te kunnen. In '92 kwam een speciale versie met turbomotor en maar liefst 227pk, gekend als de Escort Cosworth. Bedoeld voor rally's, kreeg hij 4x4-aandrijving mee. Verder was de Escort Mk. V leverbaar in de CL-uitvoering, CLX-uitvoering en als luxe Ghia. Ook waren er nog enkele actiemodellen, zoals de Solar (met schuif/kanteldak) en de Riche.
Bron: Wikipedia
Om de kritiek op de oude Escort bij te stellen stelde Ford de nieuwe generatie Escort in oktober 1992 voor. Deze Escort kreeg de naam Mk. VI. Een nieuw vormgegeven front en in het geval van de hatchback nieuwe achterkant verhulden de nieuwe versie. Bij het koetswerk is enkel de voorkant en het dashboard verschillend naast de nieuwe versie.
De Mk. VI was leverbaar in een aantal nieuwe kleuren ten opzichte van de Mk. V. Ook waren meegespoten bumpers leverbaar. Van de Mk. VI verschenen ook enkele actiemodellen, zoals de Laser en de Phantom. Daarnaast werd vanaf 1994 de airbag standaard in elke uitvoering gemonteerd.
Bron: Wikipedia
In 1995 werd de Escort nogmaals onder handen genomen, nadat de Ford Mondeo in 1993 op de markt kwam. Een nieuwe motorkap en koplampen en een gerestylede achterbumper waren de veranderingen aan de buitenkant. Ook was de auto, inmiddels Escort Mk. VII geheten, leverbaar in nieuwe kleuren. In 1997 verscheen het laatste nieuwe model voor de Ford Focus, die de auto in 1999 opvolgde. De Escort bleef in productie om klanten aan de nieuwe styling te laten wennen.
De bestelwagenvariant bleef in productie tot 2002, toen ze werd vervangen door de Ford Transit Connect. Van de Mk. VII werd vooral de stationwagon-uitvoering (officieel niet meer als Clipper aangeduid) goed verkocht. In de zomer van 2000 viel officieel het doek voor de personenwagen-uitvoering van de Escort.
Bron: Wikipedia
Begin jaren tachtig begon het uiterlijk van Ford te veranderen. De oudere sedan-types werden vervangen door hatchbacks. De Orion werd ontworpen om de markt voor de traditionele sedans op te vullen doordat de Cortina niet meer in productie werd gehouden. De Orion leek erg veel op de Escort. De enige verschillen waren de grille en de lange platte achterkant. Hoewel de lengte van de Orion hetzelfde was als die van de Ford Sierra, was de Sierra toen alleen verkrijgbaar als hatchback. De Sierra had daardoor meer beenruimte achterin. De Orion had dat niet en had daarom een grotere kofferruimte dan de Sierra.
In het begin bood Ford de Orion alleen aan in de versies GL en Ghia, de versies met het grootste specificatiepakket. Alleen de 1300 cc en de 1600 cc motoren waren leverbaar. Een versie met minder specificaties werd geïntroduceerd in 1984 als ook een 1.6 diesel in de L en de GL versies.
De Orion Ghia 1.6i had standaard centrale deurvergrendeling, een zonnedak, sportstoelen voorin, elektrisch bedienbare ramen, hoofdsteunen achterin, een toerenteller en een metertje wat de bestuurder informeerde wanneer de auto een onderhoudsbeurt nodig had. Deze dingen waren bijna niet te verkrijgen op een kleine familie-auto in de tachtiger jaren.
De Orion 1.6i had de zelfde motor als de Escort XR3i en bood dezelfde prestaties als de Escort. De 1.6i kreeg ook een gelimiteerde luxe-uitvoering, genaamd 1600E. Deze naam verwees naar de Mark II Ford Cortina 1600E, omdat beide auto's werden bestempeld als degelijke en rijkelijk uitgevoerde sedan voor de werkenden. De Orion 1600E was leverbaar in de kleuren zwart, wit en grijs metallic en had standaard roestvrij-stalen velgen, houten delen op het dashboard en de deuren en grijze lederen stoelbekleding. Van de 1600E werden maar 1600 modellen gemaakt, waarvan 1000 met lederen bekleding.
Door de jaren bracht Ford de vormgeving en de techniek van de Orion dichter bij die van de Escort. Ook de modellen met de kleinere specificatielijsten kwamen in het assortiment, waardoor de twee auto's steeds dichter bij elkaar werden gebracht.
Bron: Wikipedia
In 1986 kreeg de Orion dezelfde facelift als de rest van de Escort-reeks. De Mark II kreeg als nieuwe opties het ABS en een verwarmde voorruit. De CVH-motoren werden opgewaardeerd en konden nu ook rijden op loodvrije benzine zonder wijzigingen aan de cilinderhoofden of het brandstofsysteem. Tot de verbeteringen behoorden verbeterde sloten, nieuwe ophanging en versnellingsbak, een modernisering van het interieur, verbeterde geluidsisolatie en herziene stuurinrichting en ophanging. Aan de uitvoeringen werden toegevoegd: de L, de Biscane (speciale editie), de Lx, de Equipe (speciale editie), GL, GLS (speciale editie), de Ghia, Ghia Injection en de 1600E (speciale editie).
Bron: Wikipedia
De derde generatie Orion had zijn debuut in september 1990, maar ontving hetzelfde mediakritiek als de Escort: een gebrek aan ontwerp-flair en slechte verfijning van sommige motoren, in het bijzonder de 1.3 OHV en de 1.4 CHV benzinemotoren. Met de komst van de Zetec 16 Valve in 1992 veranderden de motoren en de ophanging van de Orion en van de Escort, waarmee de dynamische kwaliteiten van de Orion verbeterde. De Mk.3 kenmerkte zich aan de voorkant door de witte knipperlichten en door de chromen balk die over de grille loopt. De Orion Ghia Si (sports injection) had 130 pk (97 kW) door zijn 1.8L DOHC Zetec motor. Dit maakte hem het snelste Orion model dat Ford produceerde over het tienjarig bestaan van de auto.
Bron: Wikipedia